3.10. Cultureel-erfgoedconvenants

Met het Cultureel-erfgoeddecreet zet de Vlaamse overheid in op een complementair beleid. De Vlaamse overheid koos hiervoor een hedendaags beleidsinstrument, het cultureel-erfgoedconvenant.

Een cultureel-erfgoedconvenant is een onderhandelde overeenkomst met resultaatsverbintenis tussen de Vlaamse overheid en een provincie, een gemeente, een intergemeentelijk samenwerkingsverband of de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De open formule van dit instrument zorgt er voor dat de afsprakenregeling op maat van elke partner kan worden gesloten, zodat de provincie, de gemeente, het intergemeentelijke samenwerkingsverband of de Vlaamse Gemeenschapscommissie zelf haar cultureel-erfgoedbeleid kan invullen binnen de krijtlijnen opgesteld door de Vlaamse overheid.

 

3.10.1 Het subsidiëren van het lokale cultureel-erfgoedbeleid door een cultureel-erfgoedconvenant te sluiten

Door het sluiten van een cultureel-erfgoedconvenant neemt het lokale bestuur de verantwoordelijkheid op zich voor de ontwikkeling van een lokaal cultureel-erfgoedbeleid en ligt de uitvoering van dat beleid bij haar. Het cultureel-erfgoedconvenant speelt een versterkende rol in de uitbouw van een impulsbeleid ten aanzien van de gemeenten. Op basis van het Cultureel-erfgoeddecreet kan de Vlaamse overheid aan een gemeente of intergemeentelijk samenwerkingsverband een werkingssubsidie geven voor de versterking van het lokale beleid dat de lokale besturen voeren voor het cultureel erfgoed.

Het lokaal cultureel-erfgoedbeleid bevat minstens twee sporen:

  • versterking van het lokale cultureel-erfgoedveld door uitwisseling van kennis en expertise en het vergroten van het maatschappelijke draagvlak. De cultureel-erfgoedcel speelt hierin een belangrijke rol. De cultureel-erfgoedcel versterkt het lokale cultureel-erfgoedveld door het opzetten van projecten en de uitwisseling van kennis en expertise. Ze zorgen ervoor dat het maatschappelijke draagvlak voor het cultureel erfgoed vergroot.
  • ondersteuning van de lokale cultureel-erfgoedactoren: dit kan gebeuren door het verstrekken van logistieke, financiële en personele middelen. De ontwikkeling van een lokaal ondersteuningsbeleid kadert ook binnen het complementaire beleid tussen de Vlaamse Gemeenschap, de provincies en de lokale besturen.

De subsidie van de Vlaamse overheid kan ook voor een bijkomend derde spoor worden ingezet: de uitbouw van een cultureel-erfgoedforum dat focust op het (complexe) verhaal van de gemeente(n). Decretaal is bepaald dat gedurende de eerste beleidsperiode (2009-2014) enkel Antwerpen, Gent, Brugge en de VGC voor dit spoor gesubsidieerd kunnen worden.

 

3.10.2 Het subsidiëren van een provinciaal cultureel-erfgoedbeleid door het sluiten van een cultureel-erfgoedconvenant met de provinciebesturen

De werkingssubsidie wordt toegekend voor minstens de ondersteuning van musea ingedeeld bij het regionale niveau en de uitbouw van een regionaal depotbeleid.

Het ondersteunen van musea op het regionale niveau

De ontwikkeling van een ondersteuningsbeleid kadert binnen het complementaire beleid tussen de Vlaamse Gemeenschap, de provincies en de lokale besturen en is gebaseerd op het subsidiariteitsbeginsel. Eén van de basisregels in dit complementair cultureel-erfgoedbeleid is dat elk bestuursniveau een verantwoordelijkheid opneemt voor collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisaties die een werking hebben die aansluit bij het bestuursniveau. De provincies dragen een verantwoordelijkheid voor de cultureel-erfgoedorganisaties die een regionale werking ontwikkelen en die bijdragen aan een streekgericht cultureel-erfgoedbeleid.

De Vlaamse overheid kent een kwaliteitslabel toe aan collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisaties. Daarop aansluitend kunnen de provincies de musea of culturele archiefinstellingen met een kwaliteitslabel indelen bij  het regionale niveau. De criteria uit het protocol tussen de Vlaamse Regering en de Vereniging van de Vlaamse Provincies en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten zijn richtinggevend voor de indeling van musea en culturele archiefinstellingen. Op basis hiervan kunnen de provincies een eigen ondersteuningsbeleid voor musea of culturele archiefinstellingen met een kwaliteitslabel voorzien. Aan de indeling bij het regionale niveau verbinden de provincies ondersteuningsinstrumenten op basis van een subsidiereglement of overeenkomst. Een indeling wordt in principe toegekend voor een specifieke periode. In de lopende beleidsperiode moeten deze middelen gebruikt worden voor de ondersteuning van erkende musea ingedeeld bij het regionale niveau. De wijze waarop de middelen ten behoeve van deze musea ingezet worden, wordt binnen het cultureel-erfgoedconvenant vastgelegd.

De uitbouw van een regionaal depotbeleid

Een van de grote uitdagingen in het cultureel-erfgoedveld is ongetwijfeld de depotproblematiek. De uitdagingen zijn zo enorm dat samenwerking en coördinatie zich opdrong. De provincies (en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad) krijgen een regierol toebedeeld om in overleg met de lokale besturen en de beheerders van het cultureel erfgoed op hun grondgebied naar oplossingen te zoeken.

 

3.10.3 Nieuwe aanvragen cultureel-erfgoedconvenants

Het Cultureel-erfgoeddecreet voorziet een jaarlijkse instapmogelijkheid voor nieuwe cultureel-erfgoedconvenants met gemeenten en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Er werden vijf aanvraagdossiers (telkens door een intergemeentelijk samenwerkingsverband) ingediend voor het sluiten van een cultureel-erfgoedconvenant voor de beleidsperiode 2011–2014.

De Vlaamse Regering besliste om een cultureel-erfgoedconvenant te sluiten voor de beleidsperiode 2011-2014 met projectvereniging Cultuurregio Pajottenland en Zennevallei. Deelnemende gemeenten:

  • Beersel
  • Bever
  • Dilbeek
  • Galmaarden
  • Gooik
  • Halle
  • Herne
  • Lennik
  • Liedekerke
  • Pepingen
  • Roosdaal
  • Sint-Pieters-Leeuw
  • Ternat
  • Drogenbos
  • Sint-Genesius-Rode
  • Linkebeek

De laatste drie gemeenten uit bovenstaande lijst worden vertegenwoordigd door vzw ‘de Rand’.

 

3.10.4 Werkingssubsidies 2010

In 2009 startte een eerste beleidsperiode voor twee cultureel-erfgoedconvenants met intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die eindigt op 31 december 2014. In 2010 werd er binnen het Cultureel-erfgoeddecreet een totaalbudget van 6.890.000 euro toegekend voor de uitvoering van deze cultureel-erfgoedconvenants:

  • 5.750.000 euro voor cultureel-erfgoedconvenants met gemeenten, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
  • 1.140.000 euro voor cultureel-erfgoedconvenants met provincies.

Werkingssubsidies aan erfgoedconvenants met gemeenten, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en VGC  (decretale basis: Cultureel-erfgoeddecreet)

ERFGOEDCONVENANT GEMEENTE(N) BEDRAG IN EURO
ANTWERPEN ANTWERPEN 797.226
BRUGGE BRUGGE 484.814
GENT GENT 697.573
HASSELT HASSELT 227.210
Cultuuroverleg Zeven Heuvelland, Ieper, Langemark-Poelkapelle, Mesen, Poperinge, Vleteren en Zonnebeke 259.099
INTERGEMEENTELIJK SAMENWERKINGSVERBAND VAN HET LAND VAN WAAS BEVEREN, KRUIBEKE, LOKEREN, TEMSE, SINT-NIKLAAS, SINT-GILLIS-WAAS, STEKENE, WAASMUNSTER 318.891
KORTRIJK KORTRIJK 204.289
LEUVEN LEUVEN 228.206
MECHELEN MECHELEN 226.213
CULTUUROVERLEG MEETJESLAND ASSENEDE, EEKLO, KAPRIJKE, MALDEGEM, SINT-LAUREINS, ZELZATE, AALTER, KNESSELARE, LOVENDEGEM, NEVELE, WAARSCHOOT, ZOMERGEM, EVERGEM 307.929
SINT-TRUIDEN SINT-TRUIDEN 199.307
TONGEREN TONGEREN 132.047
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VGC ( GRONDGEBIED 19 BRUSSELSE GEMEENTEN) 439.465
PROJECTVERENIGING MIJNSTREEK AS, BERINGEN, GENK, HEUSDEN-ZOLDER, HOUTHALEN-HELCHTEREN, MAASMECHELEN 299.957
PROJECTVERENIGING TERF HOOGLEDE, INGELMUNSTER, IZEGEM, LICHTERVELDE, MOORSLEDE, ROESELARE, STADEN 325.867
Projectvereniging Erfgoed Noorderkempen Beerse, Kasterlee, Oud-Turnhout, Turnhout en Vosselaar 203.293
AALST AALST 199.307
KEMPENS KARAKTER GROBBENDONK, HERENTALS, NIJLEN, HERENTHOUT, LILLE, OLEN, VORSELAAR 199.307
TOTAAL 5.750.000


Werkingssubsidies aan erfgoedconvenants met provincies (decretale basis: Cultureel-erfgoeddecreet)

Erfgoedconvenant Provincie Bedrag in euro
Limburg Limburg 160.000
Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant 200.000
Antwerpen Antwerpen 268.000
Oost-Vlaanderen Oost-Vlaanderen 300.000
West-Vlaanderen West-Vlaanderen 212.000
TOTAAL 1.140.000