2.3. Subsidiestromen

Subsidies voor het geheel van de werking zijn subsidies die op twee- of vierjarige basis worden toegekend en die bijdragen aan de basis-, personeels- en werkingskosten van de organisaties.

  • Het vierjarige werkingsbudget biedt organisaties bestaanszekerheid en geeft hun de kans om een langetermijnvisie en -planning uit te werken.
  • Het tweejarige werkingsbudget kan worden gebruikt:
    • als autonome subsidievorm voor organisaties die baat hebben bij kortetermijnondersteuning;
    • als niet-projectgebonden instapmogelijkheid voor nieuwkomers die goed op weg zijn een continue werking uit te bouwen;
    • als uitstap- of heroriënteringsmaatregel voor organisaties die niet langer aan de criteria voor vierjarige ondersteuning voldoen.

    Deze subsidies worden toegekend aan kunstenorganisaties en organisaties voor sociaal-artistieke en kunsteducatieve werking. Kunstensteunpunten en instellingen van de Vlaamse Gemeenschap ontvangen meerjarige subsidies voor een periode van respectievelijk vier en vijf jaren.

  • Driejarig werkingsbudget. Het gewijzigde decreet van 20 juni 2008 bepaalt dat alle meerjarige werkingssubsidies uitzonderlijk voor een termijn van drie jaren worden toegekend als de beslissing daarover wordt genomen in een jaar waarin verkiezingen voor het Vlaams Parlement plaatsvinden.
    Dit was het geval in 2009. Dit impliceert dat, met uitzondering van de instellingen van de Vlaamse Gemeenschap, alle bovenvermelde organisaties (kunstenorganisaties, organisaties voor sociaal-artistieke en kunsteducatieve werking, en steunpunten), alsook de uitgevers van periodieke publicaties, een subsidie ontvangen voor de periode 2010-2012 als hun aanvraag werd gehonoreerd.

Projectsubsidies hebben tot doel organisaties die niet op meerjarige basis ondersteund worden de kans te bieden om één project, afgerond in tijd en doelstelling, te realiseren. Ze zijn gericht op het uitproberen van allerhande initiatieven en experimenten, en dit buiten de bestaande structuren. Ze worden toegekend aan organisaties die een project willen realiseren op het vlak van de kunsten, kunsteducatie of het sociaal-artistieke.

Ontwikkelingsgerichte beurzen worden toegekend aan kunstenaars van wie (de mogelijkheden tot) oeuvre-ontwikkeling positief worden ingeschat. Er is sprake van een verwachtingspatroon, dat echter niet gegarandeerd is. Van kunstenaars die een ontwikkelingsgerichte beurs ontvangen, wordt verwacht dat zij zich in hun kunstcreatie engageren, de toegekende beurs daartoe aanwenden en hiervan verslag uitbrengen.

Projectsubsidies aan kunstenaars kunnen worden aangevraagd door kunstenaars ter ondersteuning van een specifiek project, dat zich onder meer kan situeren op het vlak van de presentatie van een oeuvre, de reflectie over een oeuvre, of de productie van een specifiek werk. Ze beogen een concreet resultaat: een tentoonstelling, de realisatie van een kunstwerk of muziekstuk, een uitvoering, een betere reflectieve omkadering van het oeuvre van de kunstenaar, de integratie van een kunstwerk in de openbare ruimte. Projectsubsidies aan kunstenaars moeten achteraf worden verantwoord, zowel inhoudelijk (met een inhoudelijk verslag) als financieel (met een gestaafd overzicht van inkomsten en uitgaven).

Subsidies voor creatieopdrachten worden toegekend aan de opdrachtgever ter ondersteuning van de creatie en presentatie van nieuwe werken binnen het veld van de beeldende kunst, de muziek of de podiumkunsten. De creatieopdracht moet publiek getoond of uitgevoerd worden binnen een bepaalde termijn.

Subsidies aan internationale initiatieven worden toegekend voor internationale projecten, werkverblijven, internationale netwerkorganisaties, tegemoetkomingen in reis-, verblijf- en transportkosten vanuit en naar het buitenland, en vertalingen uit het Nederlands naar andere talen en omgekeerd. Vanaf 2010 is ook de mogelijkheid ingevoerd om een subsidie aan te vragen voor de voorbereiding van een internationaal project binnen een Europees subsidieprogramma.

Subsidies voor publicaties zijn te vergelijken met meerjarige subsidies en projectsubsidies. De uitgevers van periodieke publicaties ontvangen subsidies in de vorm van een meerjarige ondersteuning voor twee of vier jaar. De subsidies voor niet-periodieke publicaties worden per publicatie toegekend.

Subsidies voor opnameprojecten worden toegekend voor de registratie op een drager van artistieke uitvoeringen en van kunsteducatieve activiteiten.

De subsidies binnen het Kunstendecreet voor 2010 kunnen als volgt worden samengevat:

SUBSIDIEVORM GESUBSIDIEERD BEDRAG IN EURO PROCENTUELE VERHOUDING
MEERJARIGE SUBSIDIES KUNSTENDECREET 264 92.729.208,69 65,67%
PROJECTSUBSIDIES 88 1.851.800,00 1,31%
ONTWIKKELINGSGERICHTE BEURZEN 82 744.786,63 0,53%
PROJECTSUBSIDIES AAN KUNSTENAARS 44 662.177,45 0,47%
CREATIEOPDRACHTEN 94 193.000,38 0,14%
MEERJARIGE SUBSIDIES PERIODIEKE PUBLICATIES 11 496.581,65 0,35%
NIET-PERIODIEKE PUBLICATIES 6 54.900,00 0,04%
OPNAMEPROJECTEN 10 37.000,00 0,03%
INTERNATIONAAL 168 689.631,00 0,49%
INSTELLINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP 5 40.698.000,00 28,82%
STEUNPUNTEN 4 3.058.020,00 2,17%
TOTAAL 776 141.215.105,80 100,00%

 

 

2.3.1. Subsidies voor het geheel van de werking

Algemeen. De volgende organisaties kunnen subsidies voor het geheel van de werking krijgen:

  • kunstencentra
  • festivals
  • organisaties voor Nederlandstalige dramatische kunst
  • organisaties voor dans
  • organisaties voor muziektheater
  • muziekgroepen en muziekensembles
  • concertorganisaties
  • muziekclubs
  • werkplaatsen
  • organisaties voor beeldende kunst
  • architectuurorganisaties
  • organisaties voor audiovisuele kunsten
  • organisaties voor kunsteducatie
  • organisaties voor sociaal-artistieke werking
  • instellingen van de Vlaamse Gemeenschap
  • steunpunten.

Subsidies voor het geheel van de werking voorzien middelen voor de subsidiëring van basis-, personeels- en werkingskosten van de organisaties voor een termijn van twee of vier jaren.

Voor de periode 2010 – 2012 zijn de subsidies uitzonderlijk voor een termijn van drie jaren toegekend. In totaal werden er voor deze periode 368 aanvragen ingediend, waarvan er 3 onontvankelijk waren. In april 2009 werd aan 263 organisaties een subsidie toegekend.
(Inclusief de Ancienne Belgique, die ondertussen benoemd werd als instelling van de Vlaamse Gemeenschap maar nog tot en met 2010 als muziekclub is gesubsidieerd, werden 264 organisaties op meerjarige basis gesubsidieerd in 2010.)

Onderstaande tabel biedt een overzicht voor 2010 van de subsidiebedragen op meerjarige basis per discipline.

DISCIPLINE AANTAL BEDRAG IN EURO PROCENTUELE VERHOUDING
ARCHITECTUUR EN VORMGEVING 8 545.893,60 0,59%
AUDIOVISUEEL 22 2.182.599,59 2,35%
BEELDENDE KUNST 21 4.596.229,15 4,96%
DANS 13 6.584.841,55 7,10%
MUZIEKTHEATER 10 6.370.383,35 6,87%
THEATER 47 25.934.820,05 27,97%
SOCIAAL-ARTISTIEK 12 2.796.986,40 3,02%
KUNSTEDUCATIE 12 3.140.988,75 3,39%
MULTIDISCIPLINAIRE FEST., KC EN WP 39 19.471.829,75 21,00%
MUZIEK 80 21.104.636,50 22,76%
TOTAAL 263 92.729.208,69 100,00%

2.3.2. Projectsubsidies

Via projectsubsidies kunnen organisaties die niet op meerjarige basis ondersteund worden één project realiseren, afgerond in tijd en doelstelling. Projectsubsidies maken het mogelijk om allerhande initiatieven en experimenten uit te proberen buiten de bestaande meerjarig gesubsidieerde organisaties. Het gaat hier om projecten:

  • Nederlandstalige dramatische kunst
  • dans
  • muziektheater
  • muziek
  • beeldende kunst
  • architectuur
  • vormgeving
  • audiovisuele kunst
  • festivals
  • kunsteducatie
  • sociaal-artistiek werk.

Ook een mengvorm van bovenstaande disciplines kan voor een projectsubsidie in aanmerking komen.

Kunstenorganisaties die gesubsidieerd worden voor het geheel van hun werking voor een bedrag dat lager is dan 300.000 euro, kunnen bijkomend een subsidie aanvragen voor een kunsteducatief of sociaal-artistiek project. Organisaties die op meerjarige basis ondersteund worden voor een bedrag gelijk aan of hoger dan 300.000 euro, komen niet in aanmerking voor projectsubsidies.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de projectsubsidies voor 2010 per discipline.

DISCIPLINE GESUBSIDIEERD BEDRAG IN EURO PROCENTUELE VERHOUDING
ARCHITECTUUR EN VORMGEVING 10 101.500,00 5,48%
AUDIOVISUELE KUNST 4 70.000,00 3,78%
BEELDENDE KUNST 11 188.000,00 10,15%
DANS 6 275.000,00 14,85%
MUZIEKTHEATER 6 265.000,00 14,31%
THEATER 9 318.000,00 17,17%
SOCIAAL-ARTISTIEKE WERKING 8 163.000,00 8,80%
KUNSTEDUCATIEVE WERKING 5 83.500,00 4,51%
MUZIEK 25 272.800,00 14,73%
MULTIDISCIPLINAIR 4 115.000,00 6,21%
TOTAAL 88 1.851.800,00 100,00%

2.3.3. Ondersteuning van kunstenaars

De ondersteuning van individuele kunstenaars gebeurt voornamelijk via ontwikkelingsgerichte beurzen, projectsubsidies aan kunstenaars en creatieopdrachten. Naargelang de plaats die de kunstenaar inneemt in het culturele landschap en de projecten die hij of zij wenst te realiseren, kunnen verschillende soorten van subsidies worden aangevraagd. Zowel de reeds erkende, gevestigde kunstenaar als de nog beginnende, zoekende kunstenaar komt voor ondersteuning in aanmerking.

Ontwikkelingsgerichte beurzen. Ontwikkelingsgerichte beurzen worden toegekend aan kunstenaars aan wiens oeuvre een bijzondere kwaliteit of bijzondere mogelijkheden worden toegeschreven. Er is dus sprake van een duidelijk verwachtingspatroon, dat echter niet gegarandeerd is.

Van kunstenaars die een ontwikkelingsgerichte beurs ontvangen, wordt verwacht dat zij zich in hun kunstcreatie engageren, dat ze de toegekende beurs daartoe aanwenden en dat ze daarvan verslag uitbrengen. Daarom worden ontwikkelingsgerichte beurzen altijd volledig uitbetaald (mits aan de rapporteringplicht wordt voldaan). Dat is ook het geval als de verhoopte positieve oeuvre-ontwikkeling, die de reden was waarom de beurs werd toegekend, uitblijft.

Zoals de naam aangeeft, wil de Vlaamse overheid met deze beurzen de ontwikkeling van een oeuvre ondersteunen. Kunst komt er alleen door het risico van de creatie – een risico op creatief en op financieel vlak. Het beleid wil de mogelijkheden verbeteren om die risico’s daadwerkelijk te kunnen nemen.

ONTWIKKELINGSGERICHTE BEURZEN GESUBSIDIEERD BEDRAG IN EURO
ARCHITECTUUR EN VORMGEVING 3 21.500,00
AUDIOVISUELE KUNST 1 7.000,00
BEELDENDE KUNST 42 367.000,00
DANS 10 106.500,00
MUZIEKTHEATER 6 54.600,00
THEATER 16 171.686,63
MUZIEK 4 16.500,00
TOTAAL 82 744.786,63

 

Projectsubsidies aan kunstenaars. Projectsubsidies aan kunstenaars worden toegekend om de realisatie van een specifiek project te ondersteunen. Het kan gaan om de presentatie van een oeuvre, de reflectie betreffende een oeuvre, of de productie van een specifiek werk. Een dergelijke subsidie beoogt een concreet resultaat (een tentoonstelling, de realisatie van een kunstwerk of muziekstuk, een uitvoering, een betere reflectieve omkadering van het oeuvre van de kunstenaar, de integratie van een kunstwerk in de openbare ruimte).

Anders dan bij een ontwikkelingsgerichte beurs, moet de aanvraag voor een projectsubsidie aan kunstenaars vergezeld gaan van een ontwerpbudget. De plannen en kosten voor het project zijn op het moment van de aanvraag immers al voldoende concreet. Projectsubsidies aan kunstenaars moeten zowel inhoudelijk verantwoord worden (inhoudelijk verslag) als financieel, via een gestaafd overzicht van inkomsten en uitgaven.

Ontwikkelingsgerichte beurzen en projectsubsidies aan kunstenaars worden in principe verleend en uitbetaald aan de kunstenaar. De Vlaamse Regering kan evenwel in bepaalde gevallen besluiten dat die subsidies, geheel of ten dele, niet aan de kunstenaar zelf worden uitbetaald, maar aan een door de kunstenaar aan te duiden rechtspersoon of feitelijke vereniging.

PROJECTSUBSIDIES AAN KUNSTENAARS GESUBSIDIEERD BEDRAG IN EURO
ARCHITECTUUR EN VORMGEVING 5 65.145,00
AUDIOVISUELE KUNST 8 132.370,84
BEELDENDE KUNST 10 147.700,00
DANS 5 112.000,00
MUZIEKTHEATER 2 27.461,61
THEATER 10 125.500,00
SOCIAAL-ARTISTIEK 1 25.000,00
MUZIEK 1 5.000,00
MULTIDISCIPLINAIR 2 22.000,00
TOTAAL 44 662.177,45

 

Creatieopdrachten. Creatieopdrachten worden toegekend aan de opdrachtgever, ter ondersteuning van de creatie en presentatie van nieuwe werken binnen het veld van de beeldende kunst, de muziek en de podiumkunsten.

De creatieopdracht moet publiek getoond of uitgevoerd worden binnen een bepaalde termijn. De opdrachtgevers sluiten een contract af met de kunstenaar die de creatie zal uitvoeren. Hoewel de creatieopdrachten worden toegekend aan de opdrachtgevers, komt deze subsidievorm de scheppende kunstenaars ten goede. De grote meerderheid van de opdrachten zijn compositieopdrachten. Dat heeft vooral te maken met het feit dat deze subsidievorm ook binnen het vroegere Muziekdecreet al frequent werd gebruikt.

DISCIPLINE GESUBSIDIEERD BEDRAG IN EURO
BEELDENDE KUNST 1 7.000,00
MUZIEKTHEATER 1 2.500,00
THEATER 8 33.240,38
MUZIEK 84 150.260,00
TOTAAL 94 193.000,38